Toch nog even over ondertroeven:
"Kan ook de volgende speler niet kleur bekennen, dan moet hij overtroeven d.w.z. Hij moet een troef opleggen, die hoger is dan de troefkaart, die er al ligt. Heeft hij geen hogere troef, dan mag hij NIET ondertroeven. Ondertroeven mag alleen, als de speler geen enkele andere kaart meer heeft met een andere kleur. Ondertroeven mag echter ook als troef gevraagd wordt en de speler heeft geen hogere kaart, dan de hoogste (troef)kaart, die al op tafel ligt. Heeft de maat al de hoogste troef in de slag, dan moet men toch een hogere troef bijspelen als men kan. Troef moet men steeds bekennen, tenzij men er geen heeft. Deze verplichting, steeds een hogere kaart te spelen geldt alleen voor de troefkleur."
Ook Asklaver houdt deze regel aan als van een hogere prioriteit dan de regel:
"als uw eigen maat reeds getroefd heeft, u niet verplicht bent over te troeven. U mag dan een willekeurige kaart weggooien. Heeft uw maat niet getroefd, maar uw voorganger wel, dan MOET u wel overtroeven, indien u geen kleur kunt bekennen. Ondertroeven hoeft in dat geval NIET."
Dus: ondertroeven mag alleen als je niet anders kunt (dus niets ander in je hand hebben of troefkleur moeten bekennen). De zin "Ondertroeven hoeft in dat geval NIET" moet je zien als vergelijking met Rotterdams, waar je (als je geen kleur en een hogere troef dan je maat hebt je wel moet ondertroeven). Bij Amsterdams mag ondertroeven dus slechts als je niet anders kunt (het woordje "hoeft" in de vorige alinea is dus in de meeste gevallen "mag").
Laatst gewijzigd door fransbr; 09 mei 2005 om 07:19.
Reden: Verduidelijking
|